Kromakkers



Kromakkers bestaan uit smalle, door greppels begrensde akkers. Het bijzondere aan deze akkers is hun kromme karakter. Soms kennen ze een C-vorm, anderen hebben een S-vorm of een de vorm van een gespiegelde S. Deze bijzondere akkervorm is karakteristiek voor het rivierengebied en komen buiten Nederland ook in Engeland en Duitsland voor.



image



De kromme akkers zouden het gevolg zijn van de wijze waarop deze in het verleden werden geploegd. Om de zavelige grond te kunnen ploegen moest gebruik worden gemaakt van een zeer zware karploeg, getrokken door spannen van acht of meer trekdieren. Om het keren van de ploeg te vergemakkelijken begon de draai al op de akker: er werd als het ware ingestuurd. Het karakteristieke akkerpatroon dat hierdoor zou zijn ontstaan vinden we op historische kaarten nog veelvuldig terug op de hoge oeverwallen van de Linge. Tegenwoordig herinneren nog enkele licht gebogen perceelgrenzen aan deze bijzondere perceelsvorm.



image